Bridge-Instuif Rhenen

Regels bij verzaken

Wat is een verzaking?

Het spelen van een kaart van een andere kleur door een speler, die in staat is te bekennen.

Wat te doen bij een verzaking?

Altijd de arbiter roepen! Kennis van de spelregels is noodzakelijk om foute beslissingen te vermijden.

Is verzaken een ernstige overtreding?

Verzaken kan iedereen overkomen. Er wordt daarom ook niet gesproken over een bestraffing van de verzakende partij, maar over een ‘rechtzetting’.

Wie mag vragen of er is verzaakt?

  1. Een tegenspeler mag aan de leider en aan zijn partner vragen of hij soms verzaakt.
  2. De leider mag aan de tegenspelers vragen of ze soms verzaken.
  3. De dummy mag alleen aan de leider vragen of hij soms verzaakt. De dummy mag absoluut niet tijdens het spelen de leider wijzen op verzaken door één van de tegenspelers. Doet hij dat wel, dan volgt er geen overdracht van slagen door de verzakende partij en gaat het spel door alsof de verzaking niet heeft plaatsgevonden. Na afloop van het spel heeft de dummy wel het recht om de verzaking te melden.

Wanneer is een verzaking voldongen?

Dat is als één van de spelers van de verzakende partij voorspeelt of bijspeelt in de volgende slag.

  1. Dat kan al heel snel zijn. Bijvoorbeeld. De 4e speler in een slag maakt die slag met een introever (hij verzaakt). De kaarten gaan dicht en hij speelt daarna voor in de volgende slag. De verzaking is met dit voorspelen in de volgende slag meteen voldongen.
  2. Het kan ook wat langer duren. Bijvoorbeeld: Oost speelt voor, Zuid legt een andere kleur op tafel (hij verzaakt), West en partner Noord spelen ook bij. De slag is voor West. Vervolgens speelt West voor en pas als nu partner Noord bijspeelt is de verzaking voldongen.

Wat te doen na een nog niet voldongen verzaking?

Altijd de arbiter erbij roepen en niet proberen zelf op te lossen. De verzaking moet hersteld worden.

  1.  Voor de leider en de dummy houdt dat in, dat de foutief gespeelde kaart wordt teruggenomen en wordt vervangen door een kaart die reglementair wel mag worden gespeeld. De leider neemt de kaart dus gewoon terug in de hand.
  2. Als de tegenspelers verzaken wordt de kaart ook vervangen, maar dan blijft de kaart waarmee is verzaakt op tafel liggen als een grote strafkaart. De arbiter bepaalt hoe daarmee moet worden omgegaan. Na een niet  voldongen verzaking kunnen ook anderen een kaart hebben bijgespeeld. Voor de niet-overtredende partij geldt, dat ze die kaart altijd ongestraft terug mogen nemen en vervangen door een andere. De overtredende partij mag dat alleen maar doen als een voorafgaande speler van de niet-overtredende partij de gespeelde kaart vervangt door een andere.Bijvoorbeeld.Oost speelt voor met ♣2, leider Zuid speelt een troef (hij verzaakt), West speelt daarna ♣8 en in de dummy  (Noord) laat leider Zuid ♣7 bijspelen. Dan ontdekt leider Zuid de verzaking. Hij neemt de gespeelde troef weer terug in de hand en legt ♣3 op tafel (zijn enige klaveren). Als nu West besluit om ♣8 te laten liggen mag leider Zuid als verzakende partij niet de in de dummy Noord gespeelde kaart vervangen, ook niet als daar  bijvoor- beeld nog een ♣10 ligt. De slag gaat dan naar West omdat ♣8 de hoogste is. Wanneer leider Zuid echter alsnog ♣B legt in de plaats van de gespeelde troef, mag West ook een andere kaart bijspelen. Pas dan mag de leider ook in de dummy een andere kaart bijspelen.

Wat te doen na een voldongen verzaking?

 Gewoon doorspelen. Spelers hebben niet het recht om dichtgelegde slagen tijdens het spelen in te zien, dus gewoon dicht laten liggen. De arbiter bepaalt aan het eind van het spel wel of er slagen moeten worden overgedragen en hoeveel.

Aantal over te dragen slagen na een voldongen verzaking

  1. 0      De verzaakte slag is niet gemaakt en ook daarna zijn er geen slagen meer gemaakt.
  2. 0     Een verzaking in de 12e slag moet worden hersteld. Er vindt geen overdracht van slagen plaats. Indien een tegenspeler verzaakt mag de partner van de overtreder geen speelwijze kiezen, die mogelijkerwijs zou kunnen zijn gesuggereerd door het zien van de kaart waarmee verzaakt werd.
  3. 0      Indien beide partijen verzaken in hetzelfde spel.
  4. 1     De verzaakte slag is niet door de overtreder gemaakt maar daarna zijn één of meer slagen door de overtredende partij gemaakt.
  5. 1      De verzaakte slag is door de overtreder gemaakt (introever) maar daarna heeft de overtredende partij geen slagen meer gemaakt.
  6. 1      De gemaakte slag is niet gemaakt maar daarna is met de verzaakte kaart een slag gemaakt.
  7. 2      De verzaakte slag is door de overtreder gemaakt (introever) en daarna maakt het overtredende paar nog  één of meer slagen.
  8. Wanneer de overtreder nogmaals verzaakt in dezelfde kleur volgt geen extra straf.
  9. Als door de verzaking de niet-overtredende partij voor meer slagen benadeeld is dan wordt het resultaat gecorrigeerd tot het aantal slagen dat gemaakt zou zijn zonder verzaking. Wanneer dat niet goed  mogelijk is, wordt een arbitrale score toegekend.
  10. Slagen die de verzakende partij vóór de verzaking heeft gemaakt kan zij nooit verliezen.

K. Scholte

Bron: Spelregels voor wedstrijdbridge 2007, uitgebracht door de The World Bridge Federation. Nederlandse tekst:

Nederlandse Bridge Bond en de Vlaamse Bridge Liga.