Bridge-Instuif Rhenen

Biddingbox reglement

  1. De speler die aan de beurt is om te bieden, legt zijn biedkaarten voor zich op tafel, waarbij de biedkaarten van de opeenvolgende biedingen elkaar deels overlappen, zodanig dat alle biedingen duidelijk zichtbaar zijn.
  2. Spelers denken eerst na over hun bod. Pas als ze besloten hebben welk bod ze gaan doen, gaat de hand richting biddingbox en worden de biedkaarten zonder aarzeling op tafel gelegd.
  3. Een bieding wordt geacht gedaan te zijn zodra de biedkaarten uit de biddingbox gehaald zijn.
  4. Alerteren moet gebeuren door middel van de alertkaart, waarbij de speler die alerteert er op toe ziet, dat de tegenstanders het alert ook opmerken.
  5. Een speler kondigt een sprongbod aan door eerst de STOP-kaart voor zich op tafel te leggen en daarna de biedkaarten van zijn bod. Zijn linke tegenstander mag pas bieden als hij de STOP-kaart weer heeft weggehaald.
  6. Totdat de biedkaarten van tafel zijn gehaald kan een speler een herhaling van het biedverloop verkrijgen door de biedkaarten te bekijken.
  7. De biedkaarten worden pas van tafel gehaald nadat het contract is ingevoerd in de Bridgemate en de uitkomstkaart open op tafel is gelegd.
  8. Als de biedkaarten zijn opgeruimd kan een speler nog een mondelinge herhaling van de bieding verkrijgen van één van de tegenstanders. Dat kan echter pas op het moment dat hij aan de beurt is om bij te spelen in de eerste slag.

Bron:
Spelregels voor wedstrijdbridge 2007, uitgebracht door de The World Bridge Federation. Nederlandse tekst: Nederlandse Bridge Bond en de Vlaamse Bridge Liga.

K. Scholte: gemodificeerd.
Aangepast november 2016